De Groenteman!

Luister even naar wat, hoop ik, een toekomstige oorwurm voor je zal zijn!

Wie kent nog reclameliedje ‘Cha Cha Cha, wat zullen we éten. Cha Cha Cha, wie kan we wéten?… De groénteman!’ Mijn lief begon vanmorgen het deuntje ineens te neuriën. Ik werd onmiddellijk teruggeworpen in wat de jaren zestig van de vorige eeuw geweest moeten zijn. Ik realiseerde me dat ook toen al de groenten een onderbelichte rol waren gaan spelen in het dagelijkse menu ten gunste van vlees, dat na de tweede Wereldoorlog hét teken van welvaart geworden was.

Als je in de naoorlogse jaren dagelijks een stuk vlees op je bord had dan ging het goed met je, maar inmiddels zijn we daar flink in doorgeschoten. Een ‘goed stuk vlees’ op ons bord kan nog altijd op een hogere waardering rekenen dan een net zo zorgvuldig bereide maaltijd zonder vlees. De kwaliteit van het vlees is voor velen geen issue, als het maar een groot stuk is. Het feit dat ruimschoots is aangetoond dat we met een of twee keer per week een bescheiden stukje vlees, vis of gevogelte toekunnen doet daar niet aan af.

Zelf ben ik niet tegen het eten van vlees en wil hier niet de zoveelste tirade over de bio- en voedselindustrie afsteken. Dat doen anderen wel voor mij die ook nog eens beter geïnformeerd zijn. Ik streef wel naar een ‘eigentijdse’ balans in mijn dagelijks maaltijden. Groenten zijn de basis van het menu en daarop borduur ik voort met behulp van de voedselpiramide van dr. Joel Fuhrmann. Dus, matig met aardappelen en granen, en vlees en vis zijn een luxeproduct, liefst van biologische herkomst. Oh ja, ik vermijd ook zoveel mogelijk geprefabriceerde voeding. Dus zo min mogelijk uit pakjes en zakjes koken en ook nepvlees laat ik liever links liggen.

En ja, ik weet ook wel dat onze prehistorische voorouders een evolutionair voordeel hadden door vlees te eten als ze het maar te pakken konden krijgen. Alleen, we leven niet meer in de prehistorie. Met onze huidige levens vraagt onze maaltijd een andere invulling. Onze gezondheid vraagt erom, onze omgang met slachtdieren ook. Het klimaat en de natuur vragen erom.

Een observatie vanachter de geraniums

Hier ga ik dus van over mijn nek! 

Een interview uit de Gelderlander via Nu.nl, over hoe supermarkten hun personeelstekort denken op te kunnen lossen. Ik citeer: ‘Jongeren hebben de banen in deze tijd voor het uitkiezen”, legt Ben Rosier, hr-manager van twee Albert Heijn-filialen, uit. “Daarom hebben we ervoor gekozen het anders te doen. We hebben gekeken waar er nog ruimte op de arbeidsmarkt zit. Daarop besloten we om de opa’s, oma’s en pensionado’s te benaderen, om te vragen of er animo is om een paar uurtjes in de week te werken.

Het is een mes dat aan twee kanten snijdt, vervolgt Rosier. “Het zorgt ervoor dat ouderen weer iets omhanden hebben en dat ze in de winkel sociale contacten kunnen opdoen. Ze kunnen lekker bezig zijn en komen weer onder de mensen.’ Einde citaat.

Ben heeft kennelijk een haarscherp beeld van zijn ouder wordende medemens en hun behoeften: opa’s, oma’s en overige pensionado’s. Contactarme hulpbehoevenden die een dagbesteding nog hebben. 

Nou, ik laat deze uitnodiging aan me voorbijgaan, Ben. De geraniums bloeien nog.

Hier vind je de volledige tekst.

Pot au feu en een voormalige legkip

Pot au feu

Mijn kookboek staat weer op mijn website. Mensen vragen me regelmatig om mijn recepten, die ik dan moet opzoeken en opsturen. Gedoe dus. Mijn recepten online is veel handiger.

De directe aanleiding is mijn ontmoeting met twee vriendinnen, collega’s ook, met wie ik de passie voor het coachvak deel. Die passie is voor mij wat op de achtergrond geraakt nadat ik me gestort heb op mijn ontwikkeling als beeldend kunstenaar. Toch ontmoeten we elkaar regelmatig voor de gezelligheid en we spreken over waar het leven ons heenvoert. Alide omringt zich in haar dagelijks leven met dieren. Voor plezier, voor de eitjes en voor het vlees. Deze keer kregen Jacqueline en ik allebei een geslachte legkip. Tijdens haar leven heeft ze al scharrelend eitjes gelegd voor Alide en haar familie en nadat ze geen eieren meer legde, eindigde haar leven als slachtkip. Ik heb daar geen moeite mee. Het dier kon tijdens haar leven zoveel mogelijk ‘een vrije kip’ zijn.

Volgens Alide moesten we het kipje wel lang laten sudderen, want haar geleefde vlees had wat meer tijd nodig om mals te worden. Ik zei ‘Dat wordt een pot au feu!’ en Jacqueline wilde meteen het recept hebben.

Op donderdagavond lag mijn kippetje gesudderd in een braadpan tussen meer en minder vergeten groenten. Op vrijdag lag het kippetje van Jacqueline tussen de spruitjes. En op zaterdag stond mijn kookboek weer online. Doe er je voordeel mee!

Art@detransformatie is weer!

Hè, na drie jaar gooien we op Kunstfabriek de Transformatie op zaterdag en zondag 24 en 25 september de deuren van onze ateliers weer open, lekker. We doen dat elke twee jaar maar om de bekende redenen kon het vorig jaar niet doorgaan. Zijn we versprongen van oneven jaren naar even jaren, realiseer me nu. Lekker belangrijk. Belangrijk is dat het weer kan en dat er weer reuring in het gebouw is.

Na een wat aarzelende start door het kernteam (waar ik in zit) en, zo leek het, enige terughoudendheid van de atelierhouders (‘Je weet nooit of corona de kop weer opsteekt’), bruist het gebouw weer. Meer dan 60 ateliers openen hun deuren voor bezoekers en ik vind het geweldig om de diversiteit te zien die we aan de wereld kunnen laten zien. Ook Omstand, een broeinest van jong talent, en Marja Zomer doen mee. Het is een feestje om de Instagram- en Facebookpagina van de Transformatie, beide @transformatiearnhem, te bekijken. Die geven een overzicht van het werk en de verschillende werkvormen die er te vinden zijn. De ateliers op zes, jawel zés, verdiepingen zijn voor de Art door veel atelierhouders omgetoverd tot heuse galeries. We hebben ook twee overzichtsexposities. Eén in de Boderuimte met allemaal klein werk dat ook lekker betaalbaar is. En één in de workshopruimte, waar collega’s uitpakken met monumentaal werk. Ik kan er natuurlijk nog veel meer over zeggen maar in dit geval moet je gewoon komen kijken. Ik zie je!

Art@deTransformatie
Datum: zaterdag 24 en zondag 25 september 2022
Openingstijden: van 12 tot 17.00 uur
Toegang: gratis
Locatie: Kunstfabriek de Transformatie
Adres: Van Oldenbarneveldtstraat 90 in Arnhem

Oude dingen nieuw gemaakt

Fallen flower with figurine
Fallen flower with figurine

Wat mij betreft mogen ze weg’, zei ik. Han en ik stonden in onze schuur met wat oude verweerde beeldjes in de hand. Ze hadden in de tuin van ons vorige huis gestaan en zoals te doen gebruikelijk kon Han er geen afstand van doen. Dus waren ze meeverhuisd. ‘Ze gaan niet zó de tuin weer in’, zei ik met enigszins bozig. ‘Nou, jij bent toch zo goed met verf, dan knap je ze op’, was het weerwoord. 

En zo begon mijn project ‘Oude dingen nieuw gemaakt’. Oude, versleten beeldjes repareren met een knipoog naar Kintsugi. Kintsugi (gouden band) of Kintsukuroi (gouden reparatie) is de Japanse kunst om gebroken voorwerpen te repareren. Breuk en reparatie worden hierbij gezien als onderdeel van de geschiedenis van een object in plaats van als iets om te verhullen.

Al herstellend en reparerend gingen de beeldjes steeds meer een leven krijgen. In mijn hoofd ontstonden verhalen over de levens die ze geleid konden hebben of die ze gemist hadden. Ik begon ze ook te schilderen in hun verhaal. Soms met weemoed en soms met een kwinkslag. En soms wat verborgen, want-ik-wil-het-wel-vrolijk-houden, uithalend naar de samenleving waarin we leven. 

Wil je zien wat ik ervan gemaakt heb? Dat kan. Mijn werk is van maandag 23 mei tot en met vrijdag 2 juli te zien in de Boderuimte van Kunstfabriek de Transformatie. Mail me voor een afspraak!

Vakantie van één middag

Gisteren heb ik de coronaregels aan mijn laars gelapt, ik trok het even niet meer. Het begon s’morgens, of eigenlijk al de avond daarvoor. We hoorden dat we Duitsland wel in mochten op voorwaarde dat we een medisch mondkapje gebruikten. Ja! Vakantie van één middag, naar Duitsland! Dus wij naar de Etos, waar ze medische mondkappen verkopen en daarna de grens over. Het voelde heel illegaal maar oh zo fijn. Inmiddels ook voorzien van bestellijsten van andere behoeftigen. Heerlijk door erg Duits heuvelachtige landschap getoerd en ons verlekkerd over waar we allemaal zullen gaan eten als het leven weer normaal is. Het Schnitzelhaus ‘Klein aber fein’ of overnachten bij hotel Berg und Tal, met ingebouwd diner? Of toch Altes Gasthaus Christ in Hüthum? Aan fantasie geen gebrek. Boodschappen gedaan in Bauernhof Am Lindchen in Uedem en Kaufland in Kleve. Uedem was volgens Han geen grensverkeer meer, we zagen echt niet één Nederlands kenteken. We voelden ons kleine crimineeltjes, dus snel naar Kleve.
Terug in Nederland de Uedem-bouillon bij vrienden afleveren. Niet voorgenomen maar wel gezellig met z’n viertjes zitten kletsen en later nog even met z’n vijven. Het voelde zó goed om even een gevoel van ‘gewoon’ te hebben. Van hartelijkheid en warmte. Vervolgens naar Els en Guus om het bestelde bier af te leveren. Ook daar niet voorgenomen maar toch neergezakt aan tafel, als vanouds. Els zei nog ‘Wij weten dat dit niet de bedoeling is?’ Ja, dat wisten we. Maar ik, wij, hadden het allemaal nodig om even bij elkaar te zijn. Samen zijn, lachen, een drankje doen, een bitterballetje. Ons normale leven voelen.

Alsof je zeewater in je neus krijgt

‘Ja broer, maar ik zit elke avond op de bank tegen jouw dopehead aan te kijken en dat komt door die snuivende junkhead van een schoonvader van je’, zei de man die voorbij liep terwijl ik het coronateststation verliet na mijn eerste coronatest. 
Han had opmerkingen gemaakt over mijn niesbuien. Zelf vond ik het niet heel bijzonder, want dat heb ik altijd bij abrupte weersveranderingen. Mijn slijmvlies raakt dan geïrriteerd. Maar nu maakte hij zich toch zorgen. Dus ik ‘Ok, dan laat ik me testen’. De jonge vrouw op het teststation zag dat ik nerveus was en stelde me gerust ‘het is alsof je zeewater in je neus gekregen hebt’. Ze had gelijk en opgelucht wandelde ik naar huis en kwam dus die man tegen. Hij was niet te vermijden, al briesend in zijn mobiel. Hij was zo geagiteerd over het gedrag van zijn broer dat de rest van de wereld het mocht horen. Want hij liep daar tenslotte omdat hij zich moest laten testen. Al doorstappend liet het gebeurde me niet los. Kom ik terug van een coronatest waarvan ik inmiddels zeker ben dat die negatief is, loopt er iemand voorbij die grote kans besmet is. Wat moet ik daarmee? Meteen omdraaien voor een nieuwe test kan niet, om er meteen achteraan te bedenken dat ik niet zo dwaas moest doen. Zo snel raak je ook weer niet besmet met corona. Maar vooral ga ik me er niet al te bezorgd om maken. Ik vind het niet erg om nog een keer zeewater in mijn neus te voelen. Het herinnert me aan vakanties in Griekenland, Spanje en Mexico. 

Nou, dan blijf ik toch lekker thuis!

Toen ik vanmorgen naar buiten keek en al die sneeuw zag, was ik blij. Blij dat ik er niet uit hoefde. Het is een enorme luxe om gewoon te kunnen zeggen ‘Nou, dan blijf ik toch lekker thuis!’ Als freelance loopbaancoach met mijn eigen coachpraktijk kon dat vaak niet. Je ging waar je opdrachtgever je wilde hebben. Ik kon natuurlijk beslissen om dat niet te doen als zelfstandige, maar ja, dan wordt de boterham wel dun besmeerd. Het was de pandemie die mij hielp te wennen aan een situatie waarin ik alles mag en niks moet. Totdat die zich aandiende, lukte het me niet om rust te vinden. Ik heb ruim tweeënveertig jaar fulltime gewerkt met een, ik mag wel zeggen, overdreven betrokkenheid. Mijn identiteit hing lang samen met mijn werk. Mijn hartinfarct in 2019 was een wake up call. Ik wist ineens ‘ik ben er klaar mee’. Om een heleboel redenen maar vooral omdat ik vond dat het genoeg geweest was. Alleen, dat kun je wel bedenken maar dat betekent nog niet dat je lijf, gedrag en gevoel meedoen. Ik vulde mijn agenda alsof ik nog volop in de running was, was bezig met mijn netwerk levend houden, las vooral vakliteratuur, kortom er was eigenlijk nog niks veranderd. De eerste lockdown gaf het ‘Boem-is-Ho!’-effect. Inééns was er geen volle agenda meer en werd ik teruggeworpen op mezelf. Niemand uit mijn zakelijke netwerk die me nog belde, want iedereen zat in hetzelfde schuitje en was zoekende hoe ze zich tot de pandemie moesten verhouden. De straten en de hemel waren leeg en de wereld werd stil. Ik werd stil. Voelde de rust komen die ik zocht en ik genóót ervan. Vanmorgen kon ik daarom voor het raam staan en met een blij gemoed tegen Han zeggen ‘Ik ga er vandaag niet uit, dear’.

Bent u een Heks?

Chile Anchos

‘Bent u een heks?’ Ja, dat is mij ooit echt gevraagd. Het is heel lang geleden, misschien zelfs nog pré-internet. Ik was helemaal in mijn nopjes neergestreken op een terras in Utrecht om te wachten op mijn lief. Die was bezig met zijn periodieke rondje platenzaken. Ik zat daar met een wijntje mijn chile anchos, chile carbol, epazote en nog wat dingen te bewonderen en te besnuffelen, want die Mexicaanse kruiderij ruikt zó lekker. Ik had een winkeltje ontdekt waarvan de eigenaresse behalve Mexicaanse volkskunst ook pepers en kruiden verkocht en die waren echt nog nergens anders te krijgen. Ik verzamelde de Bzztôh kookboeken maar kon weinig met het Mexicaanse receptenboek, omdat ik geen ingrediënten voorhanden had. Is trouwens nog geen gemeengoed. Ja, Tex-Mex dingen maar die tellen niet. Terug naar het terras. De pepers waren gedroogd en gerookt en zagen er vervaarlijk uit, groot en zwartgeblakerd, ik snap dat de man een associatie had met hekserij. Hoewel verrast, kon ik de verleiding niet weerstaan om mijn antwoord met wat geheimzinnigheid te omgeven. Vraag me overigens niet wát ik precies geantwoord heb.
Het winkeltje bestaat niet meer maar nu hebben we internet en kunnen veel gewoon bestellen. En ik heb ook nog het een en ander uit Mexico meegenomen. Vandaag heb ik de doos uit de kelder gehaald. Dat is altijd een feestje, want de lekkerste luchten komen je tegemoet. In het kader van ‘ik wil weten wat er in mijn eten zit’, dus geen zakjes, pakjes en kant-en-klaar producten, ben ik aan de slag gegaan om chorizoworst te maken met Mexicaans kruiderij en seitan. En hij mag er zijn, mijn lief vindt ‘m lekker, dus de worst heeft de lakmoesproef doorstaan. Het maken ervan leek wel wat op hekserij, dat wel.