Vakantie van één middag

Gisteren heb ik de coronaregels aan mijn laars gelapt, ik trok het even niet meer. Het begon s’morgens, of eigenlijk al de avond daarvoor. We hoorden dat we Duitsland wel in mochten op voorwaarde dat we een medisch mondkapje gebruikten. Ja! Vakantie van één middag, naar Duitsland! Dus wij naar de Etos, waar ze medische mondkappen verkopen en daarna de grens over. Het voelde heel illegaal maar oh zo fijn. Inmiddels ook voorzien van bestellijsten van andere behoeftigen. Heerlijk door erg Duits heuvelachtige landschap getoerd en ons verlekkerd over waar we allemaal zullen gaan eten als het leven weer normaal is. Het Schnitzelhaus ‘Klein aber fein’ of overnachten bij hotel Berg und Tal, met ingebouwd diner? Of toch Altes Gasthaus Christ in Hüthum? Aan fantasie geen gebrek. Boodschappen gedaan in Bauernhof Am Lindchen in Uedem en Kaufland in Kleve. Uedem was volgens Han geen grensverkeer meer, we zagen echt niet één Nederlands kenteken. We voelden ons kleine crimineeltjes, dus snel naar Kleve.
Terug in Nederland de Uedem-bouillon bij vrienden afleveren. Niet voorgenomen maar wel gezellig met z’n viertjes zitten kletsen en later nog even met z’n vijven. Het voelde zó goed om even een gevoel van ‘gewoon’ te hebben. Van hartelijkheid en warmte. Vervolgens naar Els en Guus om het bestelde bier af te leveren. Ook daar niet voorgenomen maar toch neergezakt aan tafel, als vanouds. Els zei nog ‘Wij weten dat dit niet de bedoeling is?’ Ja, dat wisten we. Maar ik, wij, hadden het allemaal nodig om even bij elkaar te zijn. Samen zijn, lachen, een drankje doen, een bitterballetje. Ons normale leven voelen.

Advertentie

Alsof je zeewater in je neus krijgt

‘Ja broer, maar ik zit elke avond op de bank tegen jouw dopehead aan te kijken en dat komt door die snuivende junkhead van een schoonvader van je’, zei de man die voorbij liep terwijl ik het coronateststation verliet na mijn eerste coronatest. 
Han had opmerkingen gemaakt over mijn niesbuien. Zelf vond ik het niet heel bijzonder, want dat heb ik altijd bij abrupte weersveranderingen. Mijn slijmvlies raakt dan geïrriteerd. Maar nu maakte hij zich toch zorgen. Dus ik ‘Ok, dan laat ik me testen’. De jonge vrouw op het teststation zag dat ik nerveus was en stelde me gerust ‘het is alsof je zeewater in je neus gekregen hebt’. Ze had gelijk en opgelucht wandelde ik naar huis en kwam dus die man tegen. Hij was niet te vermijden, al briesend in zijn mobiel. Hij was zo geagiteerd over het gedrag van zijn broer dat de rest van de wereld het mocht horen. Want hij liep daar tenslotte omdat hij zich moest laten testen. Al doorstappend liet het gebeurde me niet los. Kom ik terug van een coronatest waarvan ik inmiddels zeker ben dat die negatief is, loopt er iemand voorbij die grote kans besmet is. Wat moet ik daarmee? Meteen omdraaien voor een nieuwe test kan niet, om er meteen achteraan te bedenken dat ik niet zo dwaas moest doen. Zo snel raak je ook weer niet besmet met corona. Maar vooral ga ik me er niet al te bezorgd om maken. Ik vind het niet erg om nog een keer zeewater in mijn neus te voelen. Het herinnert me aan vakanties in Griekenland, Spanje en Mexico. 

Nou, dan blijf ik toch lekker thuis!

Toen ik vanmorgen naar buiten keek en al die sneeuw zag, was ik blij. Blij dat ik er niet uit hoefde. Het is een enorme luxe om gewoon te kunnen zeggen ‘Nou, dan blijf ik toch lekker thuis!’ Als freelance loopbaancoach met mijn eigen coachpraktijk kon dat vaak niet. Je ging waar je opdrachtgever je wilde hebben. Ik kon natuurlijk beslissen om dat niet te doen als zelfstandige, maar ja, dan wordt de boterham wel dun besmeerd. Het was de pandemie die mij hielp te wennen aan een situatie waarin ik alles mag en niks moet. Totdat die zich aandiende, lukte het me niet om rust te vinden. Ik heb ruim tweeënveertig jaar fulltime gewerkt met een, ik mag wel zeggen, overdreven betrokkenheid. Mijn identiteit hing lang samen met mijn werk. Mijn hartinfarct in 2019 was een wake up call. Ik wist ineens ‘ik ben er klaar mee’. Om een heleboel redenen maar vooral omdat ik vond dat het genoeg geweest was. Alleen, dat kun je wel bedenken maar dat betekent nog niet dat je lijf, gedrag en gevoel meedoen. Ik vulde mijn agenda alsof ik nog volop in de running was, was bezig met mijn netwerk levend houden, las vooral vakliteratuur, kortom er was eigenlijk nog niks veranderd. De eerste lockdown gaf het ‘Boem-is-Ho!’-effect. Inééns was er geen volle agenda meer en werd ik teruggeworpen op mezelf. Niemand uit mijn zakelijke netwerk die me nog belde, want iedereen zat in hetzelfde schuitje en was zoekende hoe ze zich tot de pandemie moesten verhouden. De straten en de hemel waren leeg en de wereld werd stil. Ik werd stil. Voelde de rust komen die ik zocht en ik genóót ervan. Vanmorgen kon ik daarom voor het raam staan en met een blij gemoed tegen Han zeggen ‘Ik ga er vandaag niet uit, dear’.